Het is vervelend als je hond ergens bang voor is. Behalve dat het natuurlijk voor je hond niet leuk is, kan het ook tot ongewenst gedrag leiden. Denk bijvoorbeeld aan vluchtgedrag of angstagressie. In bepaalde levensfasen van een jonge hond is het normaal dat hij opeens angstiger reageert, ook wel angstfase genoemd. Hoe goed je ook met ze gewerkt hebt aan de socialisatie de meeste pups krijgen nadat ze ongeveer 12 weken zijn opeens last van hun eerste angstfase. De eerste angstfase duurt het langst en je kunt tot hij ongeveer 6 maanden is merken dat hij sneller schrikt en angstig reageert. Daarna volgen nog drie angstfases, ongeveer rond de leeftijd van 9 maanden, 14 maanden, en 18 maanden. Deze fases zijn korter en duren meestal maximaal twee weken. Omdat de angst van honden in de angstfase meestal veroorzaakt wordt door veranderingen in het lichaam maken we onderscheid tussen hoe je om moet gaan met deze angst en hoe je om moet gaan met ‘gewone’ angst.
Angst tijdens de angstfase
Angst die zich in de angstfase ontwikkeld gaat meestal vanzelf weer over, mits je er goed mee omgaat. Dwing je hond niet in de situatie waar hij bang voor is. Als hij bijvoorbeeld opeens bang is voor de vuilniswagen, zorg je dat je er niet vlak langs hoeft te lopen, en loop je desnoods even een andere route. Je hoeft hetgeen waar je hond angstig voor is niet compleet te vermijden, het is zelfs beter als je hond er ook nu nog mee in aanraking komt. Maar probeer de afstand zo te houden dat je hond relatief rustig is, zodat hij kan ervaren dat er niets aan de hand is. Zorg ook dat je niet te veel nadruk legt op het ding waar je hond bang voor is. Ga hem dus niet proberen te lokken of iets dergelijks.
Als je weet dat je pup in de angstfase zit en ergens bang op gaat reageren kun je wel proberen hem af te leiden voordat hij het gezien heeft. Bijvoorbeeld door wat koekjes op de grond te strooien. Een hond die bezig is met snuffelen en kauwen zal minder snel bang worden.
Angst buiten de angstfase, zelf oplossen?
Is je hond al uit de angstfase en reageert hij toch ergens angstig op, dan wil je het wel met specifieke training oplossen. Een hond die heel erg angstig en dus gestrest is kan niet goed leren. Probeer dus op zo’n afstand van hetgeen waar je hond bang voor is te trainen dat hij het wel eng vindt, maar nog niet echt van slag raakt. Een goede test is of hij nog lekkers aan neemt, een hond die nog eet kan milde stress ervaren maar is nog niet te gestrest om te kunnen leren.
Reageert je hond direct zo heftig dat er niets meer met hem te beginnen is, dan is het slim om een gespecialiseerde gedragstherapeut in te schakelen. Als de angst heel hevig is, is het soms nodig om tijdelijk medicijnen voor te schrijven die de training ondersteunen. Natuurlijk is het wel de bedoeling om deze medicijnen weer af te bouwen.
Matige angst buiten de angstfase, ondersteunende middelen
Bij matige angst kun je zelf proberen of bepaalde ondersteuning helpt. Buiten de deur biedt een feromonen halsband wellicht ondersteuning. Binnen is een feromonen verstuiver een veiligere optie omdat je hond daar niet aan kan blijven hangen als je er niet bent. Deze middelen werken op basis van een voor mensen niet ruikbare geurstof die de moederhond uitstoot om haar pups te kalmeren. Deze geurstof lijkt bij sommige honden ook op latere leeftijd nog effect te hebben. Een ander middel waar veel mensen positief over zijn is het thundershirt. Dit ‘shirt’ zit strak om het lichaam van je hond en heeft bij veel honden een kalmerende werking. In dit artikel lees je meer over het middel Adaptil, en hier vind je het thundershirt. Dit zijn middelen die als ondersteuning dienen. Om de angst helemaal te doen verdwijnen moet je daarnaast nog wel met je hond trainen.
Matige angst buiten de angstfase, trainingsmethodes
Er zijn meerdere manieren om de angst voor iets te doen vervagen. Een effectieve methode is om de hond vrijwillig om te laten gaan met hetgeen waar hij bang voor was.
Je doet dit in kleine stapjes.
Eerst beloon je hem als hij naar hetgeen dat hem bang maakt kijkt zonder angstig te reageren. Begin dus op grote afstand. In sommige situaties, bijvoorbeeld als je hond bang is voor andere honden of voor fietsers, is het het best om de trainingssituaties in scene te zetten. Vraag dan iemand om respectievelijk ergens met een hond te lopen of ergens heen en weer te fietsen. Zo kun jij zelf de meest geschikte trainingsafstand bepalen. Maak de afstand steeds kleiner, maar let wel op je hond. Het is de bedoeling dat hij ook als je dichterbij komt niet angstig wordt. Gebeurt dit wel, maak dan de afstand weer groter en in kleinere stapjes weer kleiner.
Als het praktisch gezien haalbaar is leer je hem vervolgens om hetgeen waar hij bang voor is aan te raken. Dit is bijvoorbeeld voor de fietser niet handig want je wilt niet dat je hond fietsers om gaat lopen om een beloning te verdienen. Ook als je hond bijvoorbeeld bang is voor kleine kinderen kun je dit beter niet doen, aangezien deze onvoorspelbaar kunnen reageren en je wilt voorkomen dat je hond dan toch uit angst bijt. In deze gevallen kun je je hond in plaats van aanraken leren om naar je toe te komen. Om dat te doen roep je je hond iedere keer bij je als hij hetgene waar hij bang voor is in de buurt ziet, en beloon je hem als hij komt. Op een gegeven moment zal hij automatisch naar je toe komen waarna jij hem kunt belonen en hem er veilig om heen kunt leiden.
Als je wilt dat je hond het object aan leert raken blijf je de afstand kleiner maken en belonen als hij niet angstig is en naar het object kijkt. Op een gegeven moment zal de afstand zo klein zijn dat je hond het vanzelf aan gaat raken, aangezien zijn nieuwsgierigheid steeds beloond is. Sommige honden moeten een beetje geholpen worden door ze eerst te leren om op commando je hand en andere objecten aan te raken voordat ze door hebben dat dat belonend kan zijn. Hoe meer goede ervaringen je hond heeft, waarin hij beloond wordt, hoe minder de angst zal worden.
Als dit niet werkt zijn er nog genoeg andere methodes, maar het is dan verstandig om een gedragstherapeut mee te laten kijken om uit te vinden wat voor jouw hond werkt.
Als je hond ooit ernstige angstagressie heeft gehad, waarbij hij gebeten heeft, moet je hem ook zodra het beter gaat goed in de gaten blijven houden. Deze honden schrikken makkelijker weer en je wilt kost wat kost voorkomen dat hij weer bijt. Dat kan namelijk naast de bijtschade bij de andere honden of mensen ernstige trauma’s veroorzaken. Een goede oplossing is om deze honden aan een muilkorf te wennen, kies wel het brede model (zie hier), waar je hond nog door kan eten drinken en hijgen.
Angst bij honden is heel vervelend, het is hard werken om er vanaf te komen en soms lukt het niet helemaal. Vaak is het helemaal niet jouw schuld, maar wordt jij er wel op aangekeken. Ondanks het harde werk is het wel de moeite waard om het te proberen, want een hond die zich zeker voelt is vaak veel meer te vertrouwen.
puppyopvoeden.nl